Hoe voorkom ik agglomereren tijdens het mengen?
Agglomeratie is het samengroeien/ klonteren van product deeltjes. Dit gebeurt vooral wanneer er vloeistoffen en/of vetten bij een poeder aanwezig zijn of toegevoegd worden. Dit kan doelbewust veroorzaakt worden of een ongewenst verschijnsel zijn.
Indien vloeistoffen worden toegevoegd, is de grootte van de vloeistof druppels waarmee het poeder in aanraking komt van belang. Als een vloeistofdruppel dermate groot is dat er meerdere poederdeeltjes aan/in hechten, zal er een klontje ontstaan. Het is daarom belangrijk om kleine vloeistofdruppels op te sproeien. Daarnaast is een actieve menging van belang en een juiste vloeistof doseertijd. Vloeistoffen hebben tijd nodig om in de kern van het product in te dringen. Wanneer dit te snel gebeurt, blijft de vloeistof deels aan de oppervlakte van het product waardoor een sneeuwbal effect ontstaat; andere productdelen groeien aan op het kleverige product met als gevolg steeds meer en grotere agglomeraties.
Bij vetten of stroperige producten is de temperatuur van vloeistof en product ook van belang. Indien een klontje ontstaat en dit is afgekoeld dan zal deze niet snel meer uit elkaar vallen. Lecithine, een veel toegepaste toevoeging in de levensmiddelenindustrie, vraagt bijvoorbeeld om hogere temperaturen van 55 °C tot wel 80°C in enkele gevallen.
Ook de snelheid van mengen is van invloed. Vloeistof aanbrengen op zwevend / voorbij vliegend product heeft grote voordelen ten opzicht van vloeistof toevoegen op langzaam bewegend product. Een paddle menger is hierdoor zeer geschikt om agglomereren te voorkomen. De paddle menger beweegt de producten door fluïdisatie door de druppels vloeistof waardoor de druppel breekt.